NIEUWS

 
Freddy Nachtegael

Bezoek aan het Michielshof

Het Michielshof op het Kiel (Prelaathof)

Het Michielshof op het Kiel (Prelaathof)

Het Michielshof was in de 20e eeuw het klooster van de zusters Annonciaden en werd in 2005 overgenomen door CLM vzw. Het historisch gebouw is ingesloten door de gebouwen van de school Pius X in de Abdijstraat en de kleuterschool De Toverbol in de Wittestraat.

Vandaag is het Michielshof een bedrijvencentrum voor 4 vzw's die activiteiten, hulpverlening of huisvesting voor kinderen en jongeren aanbieden. Het gebouw wordt beheerd door de Constance Teichmann cvso (coöperatieve vennootschap met sociaal oogmerk), een juridische entiteit waarvan CLM aandeelhouder is.

We bezochten het Michielshof en ontdekten er de biografie van Constanse Teichmann via Rita Vanderheyden, medeauteur van het boek ‘Constance Teichmann, devote diva’. Wie was toch die tengere, bezige vrouw met het kapmanteltje die de straten van Antwerpen doorkruiste? Niet flanerend of slenterend maar gehaast, met gebogen hoofd en vastberaden stappend.

Constance Teichmann (1824-1896). 200 jaar geleden werd in Antwerpen Constance Teichmann geboren. Ooit was ze alom bekend, nu is ze bijna vergeten. Nochtans leeft de nalatenschap van deze intrigerende vrouw voort tot op vandaag in het Centrum Louise-Marie vzw en is ze een van de interessantste gidsen door het Antwerpen van de 19de eeuw. Als gouverneursdochter bewoog ze zich voortdurend in gegoede kringen en als sublieme sopraan genoot ze intens van de podia van luisterrijke concertzalen en het applaus van de haute bourgeoisie. Zo ontmoette ze de grootste componisten van haar tijd en had ze een persoonlijke band met onder andere Peter Benoit. Tegelijk ontfermde Constance zich over de allerarmsten. Ze was de bezielster van het kinderziekenhuis Louise-Marie (1846-1997), bij generaties Antwerpenaren nog altijd een begrip, en voelde zich niet te beroerd om tijdens de cholera-epidemieën eigenhandig patiënten te verzorgen. In de volksmond kreeg ze de naam ‘goede engel van Antwerpen’. Het boek ‘Constance Teichmann, devote diva’ biedt een bevoorrechte inkijk in het leven van deze vrouw, die zich heen en weer geslingerd voelde tussen een diep geloof waarin zorg centraal stond en een hartstochtelijke artistieke roeping als zangeres, dirigente, pianiste en organiste.

Constance Teichmann werd beschouwd als een bijna heilige, een Antwerpse Florence Nightingale, maar ze was ook een artieste. Zij was oprichtster in 1846 van het Louise-Marie ziekenhuis voor arme kinderen. Het geld om dit hospitaal te financieren en uit te bouwen werd grotendeels verkregen via de liefdadigheidsconcerten die ze organiseerde en waarin ze als zangeres een niet onverdienstelijke rol speelde. In dat opzicht liep ze in het voetspoor van haar vader gouverneur Teichmann, een groot muziekliefhebber, en haar moeder mevrouw Cooppal, een rijke vrouw die vooral caritatieve werken ondersteunde. Tijdens haar leven zou Constance niet alleen een belangrijke rol spelen in het Antwerpse muziekleven, maar ook een aantal componisten ondersteunen zoals Peter Benoit, Edgar Tinel (die zijn oratorium Franciscus van Assisen aan haar opdroeg) en Emiel Wambach (oratorium Yolande). 

Ze zette zich ook in voor het herstel van de religieuze muziek waarbij een terugkeer naar de middeleeuwse en renaissance-traditie werd beoogd, los van de frivoliteiten aangebracht door de opera en andere muziekgenres.

Het bezoek werd afgesloten met een drankje in de tuin.