NIEUWS

 
Freddy Nachtegael

Maritiem Patrimonium

Op de laatste dag van de zomer 2024, een dag met heel veel zon en een zalig temperatuurtje aan onze zijde, kwamen we samen aan de terminus van tram 7 in de buurt van het MAS in Antwerpen. Met 24 Capriccio’s stapten we onder begeleiding van Michel Janssens, secretaris-generaal van VNSM (Vrienden Nieuw Scheepvaartmuseum), via het Eilandje en de Westkaai richting de droogdokkensite in Antwerpen. Op het Limaplein werd even halt gehouden om toelichting te geven bij de bouw van het innovatief belevingscentrum, dat de naam Havenwereld krijgt en dat in het voorjaar van 2026 zal openen op de droogdokkensite. Dit belevingscentrum komt aan de overzijde van het Limaplein. Het is de bedoeling om de bezoekers daar onder te dompelen in de boeiende wereld van de haven en jongeren warm te maken voor een carrière in de sector. Zo verbindt Havenwereld mensen en de haven. Op het aanpalend gebouw van STORMKOP lezen we de toepasselijke tekst  “Soms is het gewoon wachten tot de wind je vangt”. De provincieraad gaf recent groen licht voor de bouw.

Hieronder een afbeelding van het ontwerp voor de site ‘HAVENWERELD’ zoals het belevingscentrum zal heten.

Op de droogdokkensite zelf werden we ondergedompeld in een deel van het Maritiem patrimonium. Het eerste vlot dat ons op deze site opviel was de blauwe fles met de naam ‘Message in a bottle’. Iedereen van onze leeftijd, weet nog dat avonturier Fons Oerlemans, ook wel de Panamarenko van de zee genoemd, met deze zelf ontworpen reuzegrote stalen fles, de wereld rondvaarde. Wat verder kwamen we oog in oog te staan met het vlaggenschip op de droogdokkensite, namelijk het lichtschip de West-Hinder.

Wat verder stonden vier bevlogen gidsen van MPM ons op te wachten zodat we in kleine groepjes het bezoek aan het lichtschip de West-Hinder konden afwerken. MPM staat voor Maritiem Patrimonium/ Patrimoine Maritime en is een private stichting van onafhankelijke vrijwilligers. MPM wil waardevol varend maritiem erfgoed behoeden van sloop of verwaarlozing en wil het historisch en maatschappelijk belang van dit patrimonium bewaren en herbestemmen in zijn culturele en sociale context voor de huidige en volgende generaties.

Vanop de wal schetsten onze MPM-gidsen, Jan, Piet, Joris en Corneel, de historiek van West-Hinder III, waarna ze ons mee aan boord namen, in de ons onbekende wereld van matrozen. Meer en meer kwam er respect voor wat deze zeelui presteerden. Kleine ruimtes om te werken met permanent een grote dosis decibels (of decibellen) op de logaritmische schaal. Hoeveel het er waren weet ik niet, het berekenen van decibels is een vrij ingewikkelde bezigheid, dus voer voor specialisten.

Het lichtschip West-Hinder III markeerde jarenlang de zuidwestelijke vaarroute voor de Noord-Europese zeehavens. Ze lag stationair voor de kust aan de Westhinder bank. Het schip werd gebouwd in 1950 op scheepswerf Béliard-Crighton. De negen bemanningsleden stonden in voor radiocommunicatie en voor hydrografische, meteorologische en ecologische observatie. In 1994 werd de West-Hinder uit dienst genomen en vervangen door goedkopere elektronische lichtplatformen. De West-Hinder III het was het laatst bemande lichtschip dat voor de Belgische kust dienstdeed.

Het nog aanwezige materiaal aan boord en de goede staat van het interieur is uniek en biedt interessante leerstof voor degenen die een professionele carrière in de scheepvaart ambiëren. Het schip werd tot eind 2018 in bruikleen gegeven aan de Stad Antwerpen. De West-Hinder is opgenomen in de inventaris van varend erfgoed. De West-Hinder ligt nu afgemeerd, samen met de schepen van Rijn- en Binnenvaartmuseum en met de vlotkraan als voorlopige gast.

Onze gidsen moesten hun beleving afbreken want we waren reeds 30 minuten over tijd voor de broodjeslunch aan boord van het binnenschip Angèle, dat ingericht is als een zeer gezellig café.

Na dit intermezzo ging onze aandacht naar het in 1976 opgericht Rijn- en Binnenvaartmuseum. Rond de jaren zeventig van de vorige eeuw zag men in versneld tempo vele schepen verdwijnen door allerhande slooppremies en moeilijke jaren in de schipperswereld. De schipper, zijn leefwereld en zijn schip zijn dikwijls onbekend gebleven bij de rest van de bevolking. Met dit drijvend museum hopen de vrijwilligers een bijdrage te leveren aan de geschiedenis van het schippersleven en de industriële archeologie te bewaren en verder uit te bouwen.

Een drietal schippers besloten om enkele scheepstypen te redden. Een spits in staalplaat “Mon Désir”, gebouwd in Harelbeke in 1913, werd aangekocht. Het museum moest het maritieme binnenvaartpatrimonium in al zijn aspecten kunnen bewaren. Met hulp van vele vrijwilligers werden er een zestal schepen aangekocht waaronder de houten waal “Céphée”, een baquet van Charleroi en een zeilklippertje. Drie schepen werden uiteindelijk ingericht als drijvend museum: de sleepspits “Mon Désir”, de gemotoriseerde spits “Liomar” en de “Angèle”.

De drie schepen werden ingericht als historisch, sociaal en cultureel erfgoed om het familiaal en economisch leven van de binnenschipper te bewaren tegen een industriële archeologische achtergrond.

Opnieuw kwamen we in contact met twee gidsen die ons op voortreffelijke wijze kennis lieten maken met o.a. begrippen uit de binnenvaart.  Wat was het jagen van schepen? De houten binnenschepen hadden geen motor. Het kleine zeil kon enkel gebruikt worden als de wind uit de goede richting kwam want de smalle waterlopen lieten weinig ruimte om te manoeuvreren. Daarom, en ook bij tegenstroom, werden deze schepen “gejaagd” door ezels en paarden maar dikwijls ook door de vrouw en kinderen van de schipper.

De jaaglijn was vastgemaakt aan de top van de mast. Zodoende was de jaaglijn vrij van obstakels op de wal, zoals struiken of meerpalen en had het schip een trimpunt om beter te manoeuvreren. Lopend over het jaagpad aan een zeel in het gareel werd het schip vooruit getrokken. Als trekpaard werden vaak ‘Brabanders’ – boerentrekpaarden – gebruikt. Eenmaal het schip in beweging was, werd het trekken minder zwaar. De jaagpaden naast de waterlopen zijn nu mooie fietspaden.

Wat is een opduwer? Wat is een radersleepboot? Wat is een toueur of kabeltrekker? Welke boorddocumenten werden gebruikt? Wat is de parlevinker? (Men kon niet altijd aan de wal voor inkopen. Daarvoor had men de “Parlevinker” of “Proviantboot” die langszij kwam. Een heuse supermarkt. Het antwoord op de vragen vind je allemaal in dit museum.

Vele foto’s, scheepsmodellen, plannen, scheepsuitrusting, schilderijen enz. zijn te bekijken in de 3 ruimen. Ook de drie woonsten zijn intact en geven een beeld van het familieleven aan boord.
De schepen waren tot op 6 juli 2022 afgemeerd naast het MAS in het Bonapartedok in Antwerpen. Dan moest het museum wijken voor de toekomstige ontwikkeling van het Bonapartedok en werden de schepen verlegd naar het Kattendijkdok waar ze aan één van de koppen van de droogdokken een nieuwe plaats kregen.

De museumschepen worden onderhouden en opengehouden voor het publiek door een aantal vrijwillige medewerkers, meestal oud-varenden. Er was ook een indrukwekkende hoeveelheid van modellen van houten schepen van weleer te bezichtigen.

Terwijl de laatste zomerzon zich van haar beste kant liet zien, liepen we in de richting van de Brouwersvliet, waar we tot slot van deze dag een bezoek brachten aan het lokaal van VNSM, waar men ons als afsluiter een welgekomen verfrissend drankje aanbood. Zo konden we ook genieten van deze mooie locatie zoals je op onderstaande foto kan zien. Na een dankwoordje aan Michel, sloten we dit zeer fijn bezoek af.